In 1929 ontdekte Dam in Kopenhagen dat kuikens bloedingen hadden. Die konden niet veroorzaakt worden door een tekort aan vitamine C omdat ze dat zelf aanmaken. Hij vermoede dar er een andere factor in het spel was en noemde dit Koagulationsvitamin : Vitamine K. Dosering: Vitamine K bestaat in 4 vormen. K1 dat we krijgen via planten, K2 dat we zelf aanmaken in de darmen en K3 en K4 die synthetisch gemaakt worden. Vitamine K is nodig voor stollingsfactoren. Met ander woorden het stoppen van uitwendige en inwendige bloedingen. Naast vitamine K spelen ook kalium en calcium een belangrijke rol bij het aanmaken van stollingen. Vitamine K1 uit de plantaardige bronnen is belangrijk voor het inbouwen van calcium in botten. De lever is verantwoordelijk voor het omzetten van vitamine k in zijn actieve vorm. Vitamine K tekort uit zich in stollingsstoornissen. Dit is onder andere te merken aan zeer forse menstruaties en neusbloedingen. Pasgeboren kinderen kunnen een te kort aan vitamine K hebben doordat ze nog geen ontwikkelde darmflora hebben. Vaak ontstaat er een te kort aan vitamine K door het gebruik van preparaten die dit wegvangen. (anticoagulantia en coumarinederivaten). Bij leverstoornissen kan er ook een tekort aan vitamine K ontstaan omdat het daar omgezet wordt in zijn actieve vorm. Het beste om een te kort aan vitamine K te voorkomen ie gewoon veel groente eten. Hiermee wordt in ruime mate voorzien aan de behoefte. Er is geen toxiciteit bekend bij volwassenen. K3 en K4 kunnen wel cumuleren. Antibiotica bedreigen de vitamine K hoeveelheid. (darmflora wordt aangetast). Ook alcohol doet dit (leverfunctie en aantasten darmflora). Vitamine E en calcium verlagen de opname van vitamine K. Pasgeborenen krijgen standaard bij de geboorte 1 mg vitamine K.